Huurverlaging voor horecaondernemers wegens corona
05 februari, 2021 – Christiaan Rooseboom
Huurverlaging voor horecaondernemers wegens corona
Op 10 juni 2020 wezen wij u in ons blog al op een uitspraak in kort geding van de voorzieningenrechter Rotterdam over de doorbetaling van huur voor een horecapand tijdens de eerste lockdown. De uitkomst van die procedure was dat de huurder recht had op huurvermindering.
Inmiddels zijn we meer dan een half jaar verder, is de horeca opnieuw al ruim vier maanden gesloten en zijn er meerdere procedures gevoerd over huurvermindering. De uitkomsten van de procedures zijn soms verschillend omdat de beoordeling sterk afhankelijk is van de feiten en omstandigheden.
Recentelijk hebben het Hof Amsterdam (in kort geding) en Rechtbank Den Haag (bodemprocedure) vonnissen gewezen die voor huurders en verhuurders als aanknopingspunt kunnen worden gebruikt om de eigen positie te bepalen:
- De coronacrisis geldt als een onvoorziene omstandigheid in de zin van 6:258 BW die een wijziging van de huurovereenkomst rechtvaardigt.
- Tijdens de algehele horecasluiting wordt de pijn 50/50 verdeeld, inhoudende dat de huur tijdelijk wordt verminderd met 50%.
- In de periode tussen de lockdowns was de capaciteit van de horecaondernemingen kleiner als gevolg van de strenge maatregelen (1,5 meter, maximaal aantal bezoekers), dat rechtvaardigt ook een gedeeltelijke huurvermindering (Hof Amsterdam: 35%, Rechtbank Den Haag: 25%)
Uit deze (en andere) uitspraken kunnen voor huurders en verhuurders daarnaast de volgende adviezen worden afgeleid:
- Goed huurderschap en tijdige betaling van huurpenningen (voor de coronacrisis) kan een rol spelen in de beoordeling. Een huurder moet dus niet eigenhandig minder huur gaan betalen.
- Bij goed huurderschap hoort ook dat de huurder zoveel mogelijk eerst over voert met de verhuurder over een eventuele huurkorting.
- Ook is belangrijk dat rekening wordt gehouden met de belangen van de verhuurder.
- De huurder moet alternatieve mogelijkheden (afhaal, bezorging etc.) benutten, evenals overheidssteun.
- Omzetdaling en financiële toestand van de huurder moet kunnen worden aangetoond door de accountant.
- Contractuele bepalingen en algemene voorwaarden zijn van belang, maar niet altijd doorslaggevend.
- Een vordering tot huurvermindering moeten goed onderbouwd zijn met alle relevante feiten.
- Een huurder die huurvermindering wil, maar waarvan de onderneming vóór de coronacrisis al slecht liep heeft mogelijk minder kans van slagen.
Bent u huurder of verhuurder van een horecapand? Wij kunnen u wellicht helpen om mogelijkheden of risico`s door te nemen en acties te ondernemen.
Volledige uitspraak: